Je was het centrum van de jongedameskamer
die ik schroomvoetend binnentrad,
bondgenoot van kantineborden en bazaarbestek.
Het rafelde in je bekleding van ontijdloos ribfluweel.
Je veren zuchtten onder ons gewicht.
De borden braken, de vorken roestten,
maar jij bleef het centrum van een uitdijend universum,
laatste toevlucht in de stoelendans.
Je werd opnieuw bekleed, je veren
vernieuwd waardoor je steeg tot grote hoogte.
Laatst, toen ik stiekem naar je keek zag ik de eerste rafel.
Binnenkort gaat de oudste op kamers.
27 november 2007
Geschreven voor Aldichter en opgenomen in hun bundel “Los-Vast”.
Het is volledig autobiografisch, kortom mijn Knausgård-gedichtje.
De stoel in kwestie staat 10 jaar later nog steeds in de huiskamer, hoewel de laatste regel wellicht anders suggereert.
Dichters-cv
Liefst schrijf ik poëzie met kleine woorden
die niet vermaant en geen taboes doorbreekt
maar alledaags van ’t alledaagse spreekt
een symfonie van simpele akkoorden
Ik heb geen grote opdracht te vervullen
zolang ik maar een mondhoek om zie krullen
© Niels Blomberg, juni 2022Als je mijn gedichten aardig vindt, dan kun je een boekje kopen; klik HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten