woensdag 29 juni 2011

Krimpsonnet

Op 7 mei fietste ik naar huis vanuit Huizen, waar ik mijn dichtcursus had gevolgd.
Zo'n fietstocht geeft voldoende tijd om na te denken over de volgende opdracht: een gedicht beginnend met een beginregel van Gerrit Achterberg.
Tot ik thuis kwam was het gedicht zo goed als af. De volgende les is het besproken (en daarna nog licht aangepast), maar het was tijd voor een nieuwe versvorm, het krimpsonnet, dat inmiddels erkend is door Frans Woortmeijer.

zaterdag 18 juni 2011

In de lucht (voorgelezen bij Sunsation)

Vlammende woorden verlichten de hemel
Schichtige scheuten en schuimend geschamper
Donder en bliksem doorklieven het weerwoord
Vriendschap verbroken verbrijzeld verbrand

Onvaste voeten in wankelend weerlicht
Glazige ogen en wazige woorden
Snijdende kreten van krijsende snoezen
Redeloos roepen uit wraak en uit wrok

Glimmende glasscherf en knallende knuisten
Splinterend houtwerk in spetterend nachtzwerk
Klinkende flessen en blinkende messen
Stekende staalflits verdwijnt in het hart

Spijt is een splinter die zeurt in het zieleelt
Spijt is een bloedspet die sterft in de sneeuw

Stormwinden in mijn hoofd (voorgelezen bij Sunsation)

Stormwinden in mijn hoofd
beuken op gevoelige snaren
Disharmonie in excentrische sferen
Bastonen in mijn middenrif
Maag krimpt ineen

Grauwe lauwe luchten
spiegelen in de droge zee
Huilers zingen slaapliedjes
Pharao’s strijdros stuift voorbij
Overwinningsliederen
tuimelen in de branding

Onreine kwinten
      rijmloze woorden
Zinloze wind en
      losse akkoorden
Alwat kan rijmen
      alwat kan reinen
zit in de Ark
      en drijft naar de einder

Schipperen met woord en daad
Clipperen langs sierlijke sirenen
Voorwaarts met was in de oren
Pirouette van noordwaarste naalden

Dageraden leggen winden het zwijgen op
Neuriënde woorden versmelten met gesproken klanken

Duif aan mijn venster
koert de dag wakker
Levende olijven brengt hij

Met pit

6 gedichten voorgelezen op Sunsation.

Van de 6 gedichten die ik heb voorgelezen bij Sunsation, staat er 3 elders op internet: Deltahoogte, Terp van vertrouwen en De smaak van water

Een ander heb ik een week geleden geblogd: Woede

vrijdag 10 juni 2011

Geen inspiratie

Even geen woorden
die woelworstelen en
ontzwemmen aan
losgebarsten binnenzeeën

Even geen zinnen
die zuigzeuren om aandacht
die vaandeldrager willen worden
van hun eigen strofen

Even geen rijmen
die zich aan elkander lijmen
die zich naast elkander zetten
tot helder klinkende sonnetten

Even geen metrum
dat galmt en gongt
dat klinkt als een klok
dat basbeat bonkend beukt

De metafoor
sluipt voorbij
op kousenvoeten
bang om de verbeelding te wekken

DAN

Als de dood ten strijde trekt
met vliegend vaandel en slaande trom,
ja dan

Als het leven wegsluipt
op kousenvoeten in de poolnacht
ja dan

Als verleden en toekomst
niet meer botsen in het heden
maar stukslaan op vreemde kusten
op horizonten die niet meer wijken
ja dan

Wat dan?
Niets dan

Brievenbus

Mijn brievenbus verzamelt papier
Soms zegt hij nee
Soms zegt hij ja
wees welkom

Mijn deurmat vangt op en sorteert
op naam datum onderwerp lettertype
Stille stapels getuigen van noeste arbeid

Mijn schaar scheidt kaf van koren
snoeit de letterboom terug
Takken met dode woorden verdwijnen
in knisperbundels

Mijn bloempot schikt de bloeiende zinnen
voegt koemest en liefde toe
elke dag één scheutje

Mijn leesstoel maakt het gezellig
Mijn huis geurt naar taal

Woede

Een kokende zee bedreigt het vredige land
Golven van verwijt slaan stuk op mijn zandbank
Zilte druppels gloeien na op wangen
en in open wonden

De potvis is gestrand
onwrikbaar verankerd aan de vloedlijn
gevuld met ongezegde woorden voorbode van de explosie

De gebarsten container heeft duizend-en-één
rechterschoenen op het strand gespuugd
De wereld zelf is doormidden gekliefd

Als de storm weer is gaan liggen
vind ik in de branding
jouw linkerschoen

Cijfers

Cijfers vullen lege vellen
klitten samen tot formules
klauteren op X- en Y-as
vallen stil in een grafiek

Cijfers zijn blijvers
waardebeschrijvers
twijfelverdrijvers
zeker en vast

Cijfers knipperen op schermen
knisperen in bolle beurzen
overwinnen zilvervloten
leiden tot de bedelstaf

Cijfers zijn krijgers
zakkers en stijgers
jagende tijgers
zwart rood en goud

Cijfers dartelen in hoofden
willen prikkelen en priemen
onvoorspelbaar en oneven-
wichtig in discrete rij

Cijfers zijn wijzers
knellende ijzers
knallende geisers
schaduw op muur

Cijfers vullen wereldzeeën
deinen mee op de getijden
op de krachten van de kosmos

Pluk bij eb het sterrenstof

Stuifzand

Jouw herinneringen zijn als stuifzand

dat binnendringt door kieren en spleten
dat wegzinkt in tapijten
dat zich nestelt in poriën

In dit land is het stuifzand verborgen
onder glimmend asfalt
dat ’s winters onbegaanbaar wordt door
stuifsneeuw

dat binnendringt door kieren en spleten
dat wegzinkt in tapijten
dat het smelt in poriën

Als de laatste tranen zijn vergoten
als het laatste strooizout is gebruikt
dan vallen we terug op stuifzand

Waakdromen

Dit is niet meer wakker
Dit is nog geen slapen
Dit is het slappe koord waarop
heden en verleden dommeldansen

Dag en nacht dansen de tango
op vers gesteven lakens die
zich vormen tot een warm golvenkleed

Zonder kneepjes laat je
schaduwen op de muur
de horlepiep dansen

Zachte gedachten
helen de wonden van de voorbije dag
strelen de hardheid uit onvolgroeide littekens

Ontluikende dromen
weven jouw sluimermasker
voeren je mee in open landauers
voortgetrokken door wilde paarden

Je zit nog op de bok
maar de leidsels zijn je allang ontglipt
Mijn plezierdichterswerk blijft voorlopig even op Het Vrije Vers.
Vanochtend heb ik een snelsonnet geplaatst. Klik hier op te lezen

maandag 6 juni 2011

UFO

In vrede ben ik neergedaald
zilverschitter aan de poorten van uw stad

Mijn cocon verbergt uw ideaal van schoonheid
koestert het, verwisselt de gedaante en laat het uitvliegen
als uw planeet tweemaal rond uw zon is gedraaid

Ik weet van de maten van
uw billen uw borsten
uw buiken uw ego
Ik verhul uw naaktheid

Ik vertroetel de waan van uw dag
Enkel mijn priesteressen kennen uw wensen
tonen mijn schatten op het plankier
aan volgelingen die zich vergapen
aan het moois dat te duur en te klein is

U hangt aan mijn lippen
bekijkt mijn stiftekleuren
u valt aan mijn voeten
en koestert mijn tijdvol schoeisel

In vrede ben ik neergedaald
zilverschitter aan de poorten van uw zelfbeeld


Voor niet-Almeerders: dit gaat over het Confectiecentrum Almere, waar de mode van over 2 jaar ligt.

Hoofd

Schud mijn moede hoofd en zie
verdoolde woorden dwarrelen
klonteren tot klinkende zinnen
neerdalen in onwennige strofen

Verknisper mijn donzen dek
dat oplicht in de lage zon
Treed het maagdelijk vers met voeten
verpap verplet verpulp verpest

tot het maanspiegelend opvriest
in een woordenglijbaan die je meevoert
langs mijn gedachten of onzacht doet vallen
in ongeziene lagen

tot het smelt in stroompjes beekjes
watervallen van wat ik altijd al heb
willen zeggen maar nooit heb geweten

Schud mijn moede hoofd
Schud mij wakker
als het lente wordt

Niet af

Ik ben niet af
Ik ben nooit af
In het hoofd van de dichter
word ik eeuwig gekneed

Ik ben niet af
wel vaak getikt
zwart op wit gezet
denkbeeldig verspreid
Ik blijf de dichter
steeds één stap voor

Ik ben nooit af
blijf altijd jong
want eeuwig strijkt
de dichter mijn plooien glad

Maar ben ik af
als de dichter af is?
Of krijg ik een toeziend voogd
en een rimpelloze toekomst?


Vandaag heb ik mijn lidmaatschap van Aldichter opgezegd. Daar heb ik een paar mensen leren kennen die bleven schaven aan hun gedicht. Dit gedicht is voor hen.

Twee nieuwe links

Vanaf vandaag is deze blog ook bereikbaar via www.nielsblomberg.nl en www.waterdichter.nl

zondag 5 juni 2011

Het meisje met het ouderwetse hoofd

Het meisje met het ouderwetse hoofd
fietst op haar damesfiets met trommelrem.
Kaarsrecht zit zij, twee handen aan het stuur.

Het meisje met het ouderwetse hoofd
ken ik van kindsbeen af. In Oma’s kast
stond zij ten voeten uit in sepia.

Het meisje met het ouderwetse hoofd
was jong gestorven aan een kwaal waarvoor
destijds geen medicijn voorhanden was.

Het meisje met het ouderwetse hoofd
kijkt om naar mij en het verkeer. Zij steekt
gedecideerd haar hand uit en slaat af,

het meisje met het ouderwetse hoofd.