De wekker siddert voor mijn linkerhand. Het laken wijkt en zwaait mij uit. Het zeil wijst mij de weg wanneer ik voet voor voet de nieuwe dag in sluip. Het ritueel – het legen van de blaas, dan water, zeep en mes, tot slot de boterham met kaas – verloopt dag in dag uit geruisloos en vanzelf. De merel fluisterfluit. De zon hult zich in mist. De mus eet kwetterloos. Ik duld alleen het boos gesputter van de laatste druppel die het filter zoekt en heel de woning vult met koffiegeur. |
Dit gedicht was oorspronkelijk (in Word) geheel uitgelijnd, dus aan de voor- en de achterkant.
Dat gaf het effect van prozagedicht. Dit is me in HTML nog niet gelukt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten