zondag 19 maart 2017

ONMOGELIJK GEDICHT VOOR JACQUES KRAAIJEVELD

Als de dag bloeit tot verwelkens
en door sterren wordt bepereld
wenkt een vreemdeling je telkens
naar het einde van de wereld.

Kijkend naar het kolkend mengsel
staat de muze van de kunst er.
Alles hier is een bedenksel
en ze weegt het met haar unster.

In dit duister oord verdun je,
licht geworden wil je vliegen.
Je bent naakt en zonder plunje,
uitgekleed tot op je psyche.

En ik voel opeens hoe dit me
meesleurt in een kosmisch ritme.

25 november 1998


In "Onze Taal" van november 1998 geeft Jacques Kraaijeveld 41 voorbeelden van "woorden zonder rijm".
Hij vermoedt dat er nog veel meer zijn.
Hij daagt lezers uit hem te helpen zoeken.
Ik zie een heel andere uitdaging: het schrijven van een gedicht met deze woorden.
Dit Shakespeare-sonnet is geplaats rechts onderaan pagina van Onze Taal 1999 - 2/3

Op 19 april 2008 verscheen het op de Plezierdichtershyve, in de rubriek rijmlozen.
Oprichter Musonius was als altijd zeer steng, hetgeen leidde tot een aangepaste versie.
De pijnpunten waren vliegen/psyche (vervangen door vliege/psyche) en mengsel/bedenksel (vervangen door drenksel/bedenksel)
Het origineel bevalt mij toch beter

Jaren later kwam ik ene Jacques Kraaijeveld tegen. Hij ontkende dat dit gedicht voor hem was geschreven, waarschijnlijk was het zijn neef.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten