zaterdag 6 januari 2018

Tipula Paludosa

Jij lieve lome langpootmug
Je wilt niet drinken van mijn bloed
Je maakt geen jeukbult op mijn rug
Daarom werk jij op mijn gemoed
Zo goeiig en niet al te vlug

Een wesp of bromvlieg op een ruit
Maakt veel geluid, is hoorbaar boos
Hij bromt en zoemt: ik wil eruit
Jij vliegt maar wat, zo hulpeloos
Jouw lijdensweg kent geen geluid

Ik pak je heel voorzichtig aan
Je friemelt in mijn holle hand
Ik laat je buitenshuis weer gaan
Maar wesp en vlieg maak ik van kant
Door met de mepper te gaan slaan

10 mei 1999


De naam van dit gedicht is een knipoog naar het gedicht van Guido Gezelle genaamd “Het schrijverke (Gyrinus Natans)”. Ik heb later meer gedichten geschreven over insecten, allemaal met de wetenschappelijke naam als titel.

De versvorm heet kwintijn. Meestal is het rijmschema abaab, maar hier is gekozen voor ababa.
Merk verder op dat ik destijds koos voor de interpunctie van drs.P : geen leestekens aan het einde van de regel en iedere regel beginnen met een hoofdletter. Hoewel ik tegenwoordig liever aan proza-interpunctie doen, zal ik dit gedicht niet aanpassen; dat vind ik geschiedvervalsing.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten