dinsdag 2 januari 2018

Spiegel van de wereld

Het aardoog ben ik, dat de luchten ziet.
Al heel wat mensenlevens ga ik mee.
Wie aan mijn wieg stond, heeft dat niet verteld.
Mijn leeftijd is verdronken in de tijd.

De wolkenhemel trekt in mij voorbij.
Ik deel haar wilde woede en haar rust.
Haar hemeltranen staan mij tot de rand.
Haar trage gang verkleurt mijn stalen blik.

Mijn opgetrokken wenkbrauw is verkort.
Beschermer van het land werd struikelblok
in de hoogwatergeul. Wat overbleef:
een bruggenhoofd, tribune van het oog

en één keer in uw leven ook een eiland.
Dan ben en zie ik niet, ik ben een kuil
verdronken voor de veiligheid van u
die ziet, vergeet het niet, vertel het door.

26-29 april, 7 mei 2017


Dit watergedicht is geschreven bij het kunstwerk Neerslag van Paul de Kort, voor de wedstrijd “Dichter bij de IJssel”.
Het is niet het winnende gedicht, maar wel goed genoeg voor de bundel wedstrijd “Dichter op de IJssel 2017”. Ook heb ik het op 16 juli 2017 mogen voorlezen bij theeschenkerij Oudeniel in de uiterwaarden bij Hattem.

Het kunstwerk is een drijvende schaal in het meertje De Kromme kolk, dat ontstaan is bij een dijkdoorbraak. Deze schaal ziet er anders uit naarmate er meer of minder water in staat.
Wanneer de Kromme Kolk is ontstaan, is niet bekend. De kolk staat op de Hottinger kaart die uit 1783 dateert, maar kan wel drie eeuwen ouder zijn. De meeste kolken dateren uit de 15e en 16e eeuw.
Opvallend is dat de Kromme Kolk de vorm van de Werverdijk heeft bepaald: die ligt er met een kleine bocht omheen. Dat gebeurde wel vaker, omdat de plaats van de dijkdoorbraak diep was uitgesleten.
Het grootste deel van de Werversdijk is vervangen door een brug voor het project Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in het kader van Ruimte voor de rivier. Alleen het ronde stukje dijk om de Kromme Kolk ligt er nog.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten