vrijdag 25 februari 2011

A4’tje

Als ik kijk naar een gedicht op A4
of op A3, A5, A-weetikveel
en ook op B0, B1, B-weetikveel
dus als ik kijk naar een gedicht op papier met A- of B-formaat
dan bedenk ik dat de lange zijde – die meestal de staande zijde is –
wortel twee keer zolang is als de korte zijde – die meestal de liggende zijde is –
maar ook bedenk ik wat niemand ooit vermeldt
namelijk dat de diagionaal – die tevens hypothenusa is –
wortel drie keer zolang is als de korte zijde

Ik besef dat ik alle poëzieminnaars ben kwijtgeraakt
omdat zij papier liever zien als de bedrukte huid van de dichter

Achtergrondinformatie
De titel: http://www.onzetaal.nl/advies/a4tje.php
Strofe 1: http://nl.wikipedia.org/wiki/Papierformaat
Strofe 2: http://klassiekegedichten.net/index.php?id=71
En ook: http://dl.dropbox.com/u/1128014/Gedichten/blog/A4tje.rtf

woensdag 16 februari 2011

Sudokustress

 De snurkende partner is de perfecte zondebok

Plafondstrepen begeleiden passerende auto’s
Onverstane gesprekken zweven voorbij
Onbekende melodieën verhalen van dorpsfeesten

De snurkende partner is nog steeds de perfecte zondebok

Ontbrekende getallen vullen bekkens van verdampte werkdruk

Ik tel op
trek af
vermenigvuldig als het moet
Ik breng debet en credit van de denksport in evenwicht
yin en yang van de homo ludens

Onaftelbare cohorten verdringen letters
woorden zinnen poëzie
gieren door mijn hersenpan
ijlen door mijn nachtdromen
laten zich slechts temmen door de geest en
de antwoorden achterin

Cijferopwinding is een nachtkaars
die nog even opflakkert
en walmt tot de dageraad

 De snurkende partner blijft de perfecte zondebok

zondag 13 februari 2011

ODE AAN GEMAAL LOVINK

De macht der Zuiderzee getemd door Lely’s plan.
Nooit breekt hier meer een dijk door visie van één man.
Al gaan nog wel de wind en golfslag hier te keer,
geen Noord- of Waddenzee stuwt op in’t IJsselmeer.

Maar dat is niet genoeg voor hem die verder kijkt:
Het meer moet echt getemd, bedwongen en bedijkt.
Zijn water bergt een schat, zijn bodem maakt ons rijk.
Maar hier vang ik mijn vis, treurt men in Harderwijk.

De dijk komt in het meer, het randmeer is een feit.
Nu moet de polder leeg, de pomp begint zijn strijd.
De Veluwnaar beziet de reus van steen en staal.
Fier staat het aan de kim, ’t is Lovink’s trots gemaal.

Zijn schoepen scheppen voort, het water naar omhoog.
Zo komt in korte tijd de nieuwe polder droog.
Daar op zijn gevel staan de boer en visserman.
De pompen staan op wacht, bewaken Lely’s plan.

Januari 2011

Persiflage op een negentiende-eeuws lofdicht.